afneuzen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afneuzen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·neu·zen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

afneuzen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afneuzen
neusde af
afgeneusd
zwak -d volledig
  1. stiekem uit nieuwsgierigheid ergens naar kijken
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord afneuzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
40 %van de Nederlanders;
60 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.