afsluitdijk

Niet te verwarren met: Afsluitdijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afsluitdijk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑfslœyˌdɛik/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • af·sluit·dijk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afsluitdijk afsluitdijken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deafsluitdijkm

  1. (waterbeheer) dijk tot het afsluiten van een stromend water of een binnenzee
    • Er waren twee mogelijkheden om de Lauwerszee af te sluiten: het ophogen van de omliggende zeedijken of het aanleggen van een afsluitdijk. [2]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord afsluitdijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.