afstikker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afstikker (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑfstɪkər / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- af·stik·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afstikker | afstikkers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de afstikker m [1]
- (beroep) iemand die bij het winnen van turf met een metalen blad aan een steel rechthoekige stukken veengrond lossnijdt
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'afstikker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.