aftreksel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aftreksel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑftrɛksəɫ/
Woordafbreking
  • af·trek·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aftreksel aftreksels
verkleinwoord aftrekseltje aftrekseltjes

Zelfstandig naamwoord

hetaftrekselo

  1. een vloeistof waarin men de oplosbare delen van iets heeft laten oplossen
  2. (figuurlijk) een zwakke vorm van iets
     Chantal probeerde een glimlach te produceren. Het werd een flauw aftreksel, aangezien andere emoties nog vrij spel hadden.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aftreksel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.