afvalbak
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afvalbak (hulp, bestand)
- IPA: / ˈafɑlˌbɑk / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- af·val·bak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van afval en bak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afvalbak | afvalbakken |
verkleinwoord | afvalbakje | afvalbakjes |
Zelfstandig naamwoord
de afvalbak m
- bak waar het afval in wordt gedeponeerd totdat de vuilnisdienst het ophaalt
- ▸ Een dakloze zoekt in de afvalbakken naar statiegeldflessen, aan één stuk door hoestend.[1]
- ▸ Doordat ik vaak dagenlang geen afvalbak tegenkwam, droeg ik altijd een zak vol gebruikte wc-papiertjes bij me. Het was altijd weer een enorme opluchting om in een dorpje mijn wc-papier en ander afval weg te kunnen gooien.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord afvalbak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afvalbak" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026356186
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
afvalbak
Veluws
Zelfstandig naamwoord
afvalbak
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.