afwijzing
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afwijzing (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑfwɛizɪŋ / (3 lettergrepen); /'ɑfʋɛɪzɪŋ/
Woordafbreking
- af·wij·zing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afwijzing | afwijzingen |
verkleinwoord | afwijzinkje | afwijzinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de afwijzing v
- een bericht dat op een voorstel of aanzoek niet ingegaan wordt
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord afwijzing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afwijzing" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ “Het koninklijk huis” (2022), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026354953
- ↑ “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.