agentschap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  agentschap    (hulp, bestand)
  • IPA: /aɤˡɛntsxɑp/
Woordafbreking
  • agent·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord agentschap agentschappen
verkleinwoord agentschapje agentschapjes

Zelfstandig naamwoord

hetagentschapo

  1. lokale vertegenwoording van een grotere organisatie
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • Internationaal Atoom Energie Agentschap (IAEA)
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord agentschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.