aidsafdeling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aidsafdeling (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aids·af·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aids zn en afdeling zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | aidsafdeling | aidsafdelingen |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aidsafdeling v
- (medisch) deel van een ziekenhuis of zorginstelling speciaal voor aidspatiënten
- Het Flevohuis, aan het Kramatplantsoen in de Indische Buurt, biedt verpleegzorg en heeft ruim 250 flats waar 'beschermd'wordt gewoond. Op de tweede etage van de Flevo-flat, een aidsafdeling, zijn elf wooneenheden. De omgekomen man woonde daar sinds enkele jaren.[1]
- Hij bezocht iedere zondag trouw de diensten in de Dominicuskerk in Amsterdam. Maar hij kwam, zolang het ging, ook nog in de Amsterdamse kroegen en de aidsafdeling van het Academisch Medisch Centrum.[2]
Gangbaarheid
- Het woord aidsafdeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Het Parool 26 JULI 2008 Bewoner komt om bij brand Flevohuis
- ↑ De Volkskrant Peter de Waard 2 juli 2008, Vertroosting, op zijn lijf geschreven
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.