afdeling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afdeling    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑvdelɪŋ/ (3 lettergrepen); /ˈɑfdelɪŋ/
Woordafbreking
  • af·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van het verouderde werkwoord afdelen met het achtervoegsel -ing [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord afdeling afdelingen
verkleinwoord afdelinkje afdelinkjes

Zelfstandig naamwoord

deafdelingv

  1. groep van werknemers die aan dezelfde taken werken, een deel van een bedrijf
    • Bij welke afdeling werk jij? 
  2. gedeelte van een groep
    • Ik tafeltennis in afdeling regio noord. 
  3. deel van een ziekenhuis of verpleegafdeling
     Eenmaal in het ziekenhuis werd ik naar de afdeling psychiatrie verwezen.[2]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afdeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.