akkerbouw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  akkerbouw    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑkərˌbɑu/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ak·ker·bouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord akkerbouw -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deakkerbouwm

  1. (landbouw) aanbouw van gewassen in de volle grond, met uitzondering van groenten en fruit
     De vuren zijn meestal aangestoken door boeren. Zij verbranden bossen om de grond leeg te maken. Die grond gebruiken ze dan voor akkerbouw en veeteelt.[2]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord akkerbouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    nieuwsbegrip.nl
    “Bosbranden in het Amazonegebied” (26-8-2019), CED-groep
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.