alarmnummer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: alarmnummer (hulp, bestand)
- IPA: / aˈlɑrəmˌnʏmər / (4 of 5 lettergrepen)
Woordafbreking
- alarm·num·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van alarm en nummer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alarmnummer | alarmnummers |
verkleinwoord | alarmnummertje | alarmnummertjes |
Zelfstandig naamwoord
het alarmnummer o
- telefoonnummer dat je ingeval van nood kunt bellen om hulp te vragen
- In alle landen van de Europese Unie is 112 het algemene alarmnummer.
- ▸ Heb je je telefoon bij de hand? We moeten het alarmnummer bellen.[1]
Gangbaarheid
- Het woord alarmnummer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "alarmnummer" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “Schildpadden tot in het oneindige” (2017), Gottmer , ISBN 9789025768652
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.