alarm
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: alarm (hulp, bestand)
- IPA: /alɑrṃ/
Woordafbreking
- alarm
Woordherkomst en -opbouw
- Via Frans alarme, te herleiden tot Italiaans all'arma, "te wapen" (< Latijn arma. [1] In de betekenis van ‘noodsein, onrust’ voor het eerst aangetroffen in 1488 [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alarm | alarmen |
verkleinwoord | alarmpje | alarmpjes |
Zelfstandig naamwoord
het alarm o
- een waarschuwing tegen gevaar
- (elektronica) alarminstallatie
- Het alarm van de winkel ging af.
- ▸ Ze was niet eens tot de uitgang gekomen, waar ongetwijfeld het alarm zou zijn afgegaan.[3]
- wekker
- ▸ Zonder verder na te denken, grijp ik de afstandsbediening van het alarm van mijn nachtkastje en druk de rode knop in.[4]
Uitdrukkingen en gezegden
- loos alarm
vals alarm; een alarmering zonder dat er echt gevaar is
- • Daarna rukte ze de voordeur open en rende naar haar auto. ‘Laat het loos alarm zijn,’ murmelde ze. [5]
- ∗ We hebben nog steeds niet vast kunnen stellen of deze brievenschrijver een echte bedreiging vormt, of hij of zij daadwerkelijk van plan is te doen wat in de brieven wordt gesuggereerd of dat het loos alarm is.[6]
Hyponiemen
|
|
|
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord alarm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "alarm" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[7] |
Meer informatie
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
- [2] Alarm (apparaat)
- [3] Wekker
Verwijzingen
- ↑ alarm op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "alarm" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Het koninklijk huis” (2022), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026354953
- ↑ “Het dossier” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789021042503
- ↑ Suzanne Vermeer: All-inclusive 2008
- ↑ Håkan Nesser“Herfst op Gotland” (2021), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535624
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: alarm (VS) (hulp, bestand)
- IPA:
Woordherkomst en -opbouw
- Via Middelengels alarme/alarom van Middelfrans alarme.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
alarm | alarms |
Zelfstandig naamwoord
alarm
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to alarm |
he/she/it | alarms |
verleden tijd | alarmed |
voltooid deelwoord |
alarmed |
onvoltooid deelwoord |
alarming |
gebiedende wijs | alarm |
Werkwoord
alarm
- overgankelijk alarmeren, waarschuwen
Turks
Zelfstandig naamwoord
alarm
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.