alarmpunt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  alarmpunt    (hulp, bestand)
  • IPA: /aˈlɑrəmˌpʏnt/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • alarm·punt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord alarmpunt alarmpunten
verkleinwoord alarmpuntje alarmpuntjes

Zelfstandig naamwoord

hetalarmpunto

  1. druksensor of knop die bij indrukken een alarm activeert
  2. grenswaarde van een meting waarbij men bij overschrijding een noodplan in werking laat treden
     Om vorstschade te voorkomen, legden wij enkele jaren geleden een waterbekken met bijbehorend beregeningssysteem aan. Via een nauwkeurig en precies meetpunt worden we tijdig geïnformeerd over het verloop van de temperatuur. Wanneer deze het alarmpunt bereikt, grijpen we in door het water uit het bekken te vernevelen over de bomen. Zo voorkomen we dat de bloemen of de vruchtjes bevriezen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'alarmpunt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Vorst treft Hagelandse fruitkwekers” (16 april 2002), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.