alledag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  alledag    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • al·le·dag
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

alledag

  1. gewoon, niet bijzonder, steeds terugkerend
     Ze geeft onze gesprekken inhoud door op een vrolijke manier over het leven van alledag te keuvelen.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord alledag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Troonrede 2016
  2. “Het dossier” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789021042503
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.