alleenhandel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  alleenhandel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • al·leen·han·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord alleenhandel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dealleenhandelm [1]

  1. (handel) het recht om een bepaalde handel te drijven terwijl alle anderen dat niet mogen
    Synoniemen

    Gangbaarheid

    • Het woord alleenhandel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

    Meer informatie

    Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.