allegro

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  allegro    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑˈleɡro/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • al·le·gro
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

allegro

  1. (muziek) opgewekt en levendig gespeeld zodat het vrolijk klinkt
    • Eindelijk begon men met een allegro gezongen: "Sa doe! A sa! oooh!" [3]
  2. (taalkunde) in allegrovorm: een (meestaal verkorte) woordvorm van een snel gesproken woord, bijv. zo'n voor 'zo een'; vaak gebruikelijk voor dialecten en in muziekteksten
    «Lied von Bully Buhlan: Hab'n Sie nicht, hab'n Sie nicht, hab'n Sie nicht ne Braut für mich?»
    Lied van Bully Buhlan: Heb je niet, heb je niet, heb je niet een bruid voor mij?
Hyponiemen
  • [1]: allegro ma non troppo
  • [1]: allegro moderato
  • [1]: allegro sostenuto
  • [1]: allegro vivace
  • [2]: genitief allegro
Afgeleide begrippen
  • [2]: allegrovorm
enkelvoud meervoud
naamwoord allegro allegro's
verkleinwoord allegrootje allegrootjes

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord

hetallegroo

  1. (muziek) muziekstuk of deel daarvan dat opgewekt en levendig gespeeld moet worden
    • Maar de nazi’s probeerden jazz wel te temmen. Django put herhaaldelijk uit de richtlijnen die de Duitse Gauleiter in Praag uitvaardigde voor jazzbandjes: geen riffs, drumsolo’s of scat, maximaal 20 procent foxtrot en 10 procent syncopatie, levenslustige teksten zonder "joodse somberheid", een vlot allegro "passend bij het Arische gevoel voor discipline en gematigdheid", evenwel zonder in het jachtige tempo van "hot jazz" te vervallen, geen snaarplukken, de contrabas louter met strijkstok bespelen, enzovoorts. [4]
    • In het daarop volgend allegro wordt de eenheid, maar ook de taalverscheidenheid tussen Vlamingen en Walen beklemtoond:
      En van Aerlen tot Oostenden
      By bekenden, onbekenden
      En by Vlaming en by Wael
      Roept men in de Moedertael:
      Leve! Leve! Ja, Hij leve!!...
       [5]

Gangbaarheid

  • Het woord allegro staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Bijvoeglijk naamwoord

allegro

  1. (muziek) allegro

Frans

  enkelvoud meervoud
  mannelijk  /
  vrouwelijk  
allegro allegros

Bijvoeglijk naamwoord

allegro

  1. (muziek) allegro

Italiaans

Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

enkelvoud meervoud
mannelijk allegro allegri
vrouwelijk allegra allegre

allegro m

  1. opgewekt, vrolijk
  2. (muziek) allegro

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /alɛgrɔ/
Woordafbreking
  • al·leg·ro
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Italiaanse allegro

Bijwoord

allegro

  1. (muziek) allegro; opgewekt, vrolijk, levendig
Afgeleide begrippen
  • allegrový

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.