allergie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  allergie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɑlɛrˈɣi/
Woordafbreking
  • al·ler·gie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘overgevoeligheid voor bepaalde stoffen’ voor het eerst aangetroffen in 1910 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord allergie allergieën
verkleinwoord allergietje allergietjes

Zelfstandig naamwoord

deallergiev

  1. (medisch) een ziek makende reactie van het immuunsysteem op lichaamsvreemde stoffen (allergenen).
    • Hij heeft een ernstige allergie voor pinda's. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord allergie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.