allertrouwst

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  allertrouwst    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • al·ler·trouwst
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen allertrouwst
verbogen allertrouwste
partitief allertrouwstss-

Bijvoeglijk naamwoord

allertrouwst

  1. uitermate trouw; trouwer dan de meeste anderen
     De fanclubs waren boos dat dit is ingevoerd zonder met hen te overleggen. Ze zijn ook bang dat kaarten nu niet terecht komen bij de allertrouwste fans die altijd naar de Europese uitduels gaan.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'allertrouwst' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Tamarah Swensen
    “Twente stelt kaartverkoop even uit” (21-09-2012), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.