allonge

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  allonge    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • al·lon·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord allonge allonges
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deallongev/m [3]

  1. verlengstuk, verlenging
    1. (handel) verlengstuk aan een wissel
    2. blad in een boek dat kan worden uitgevouwen
    3. (scheikunde) verbinding tussen koeler en verzamelvat bij distillatie
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord allonge staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

Werkwoord

vervoeging van
allonger

allonge

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van allonger
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van allonger
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van allonger
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.