alvleesklierkanker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  alvleesklierkanker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • al·vlees·klier·kan·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord alvleesklierkanker -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dealvleesklierkankerm

  1. (medisch) adenocarcinoom van de pancreas, is een minder vaak voorkomende vorm van kanker
     Ze heeft alvleesklierkanker en heeft niet lang meer te leven.[1]
     Het was een bizar toeval dat Pauli uiteindelijk zijn laatste adem uitblies in Kamer 137 van het Rode Kruis-ziekenhuis in Zürich, waar hij aan de gevolgen van alvleesklierkanker overleed.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord alvleesklierkanker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. “Het dossier” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789021042503
  2. Antonio Padilla
    “Fabeachtige getalen en waar ze te vinden” (2023), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026353512
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.