amberboom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  amberboom    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • am·ber·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord amberboom amberbomen
verkleinwoord amberboompje amberboompjes

Zelfstandig naamwoord

deamberboomm

  1. (plantkunde) Liquidambar styraciflua, een loofboom uit de familie Altingiaceae, van oorsprong uit het oosten van Noord-Amerika
    • Het sap van de amberboom is welriekend en ruikt naar amber. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord amberboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord amberboom amberbome

Zelfstandig naamwoord

amberboom

  1. (plantkunde) amberboom
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.