ambulancefiets
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ambulancefiets (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɑmbyˈlɑ̃səˌfits / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- am·bu·lan·ce·fiets
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ambulance zn en fiets zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ambulancefiets | ambulancefietsen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de ambulancefiets v / m
- (verkeer) (medisch) rijwiel voorzien van een medische uitrusting waarmee een hulpverlener eerste hulp kan verlenen op plaatsen die met een auto moeilijker bereikbaar zijn
- ▸ In Utrecht is de ambulancedienst blij met de mogelijkheid andere voertuigen in te zetten. Een woordvoerder: „In de drukke binnenstad is een ambulancefiets veel sneller ter plaatse.”[1]
Gangbaarheid
- Het woord ambulancefiets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Ambulanciers willen van directie af” (5 maart 2014) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.