anathema

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  anathema    (hulp, bestand)
  • IPA: /anaˈtema/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ana·the·ma
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘vervloeking’ voor het eerst aangetroffen in 1532 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord anathema anathema's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetanathemao [3]

  1. (religie) vloek, banvloek, excommunicatie, kerkban
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord anathema staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
37 %van de Nederlanders;
41 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  anathema (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /əˈnæθɛmə/
enkelvoud meervoud
anathema anathemas

Zelfstandig naamwoord

anathema

  1. (religie) banvloek
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.