ban

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ban    (hulp, bestand)
  • IPA: /bɑn/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • ban
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ban bannen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debanm

  1. (juridisch) straf in de vorm van een verbod om in een bepaald gebied te zijn
  2. (religie) (rooms-katholiek) uitsluiting uit de kerkgemeenschap
  3. (juridisch) (historisch) rechtsgebied van een bepaalde stad
  4. officiële afkondiging
  5. (verouderd) oproep
  6. magisch lijkende invloed
  7. (historisch) titel voor landvoogden in Zuidoost-Europa
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1] in de ban doen
    (figuurlijk) verbieden, afwijzen
 De regering heeft roken in de ban gedaan. 
  • [2] in de ban doen
    (religie) uitsluiten van de kerkgemeenschap
 De paus trachtte de keizer in de ban te doen en zo ontstond er een conflict. 
  • [6] in de ban van
    dwangmatig geïnteresseerd in of beheerst door
 Het hele land is in de ban van de voetbalwedstrijden 
 In de ban van de ring is een bekend boek. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
bannen

ban

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bannen
    • Ik ban. 
  2. gebiedende wijs van bannen
    • Ban! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bannen
    • Ban je? 

Gangbaarheid

  • Het woord ban staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Angelsaksisch

Uitspraak
  • IPA: /ba:n/

Zelfstandig naamwoord

ban o

  1. bot

Engels

vervoeging
onbepaalde wijs to  ban 
he/she/it  bans 
verleden tijd  banned 
voltooid
deelwoord
 banned 
onvoltooid
deelwoord
 banning 
gebiedende wijs  ban 
enkelvoud meervoud
ban bans
Uitspraak
  • IPA: /bæn/

Werkwoord

ban

  1. overgankelijk bannen, in de ban doen, uitbannen, verbannen

Zelfstandig naamwoord

ban

  1. ban, verbanning
  2. verbod

Twi

Zelfstandig naamwoord

ban

  1. hek

Wolof

Uitspraak
  • Geluid:  ban    (hulp, bestand)

Vragend voornaamwoord

ban

  1. welk?

Zelfstandig naamwoord

ban

  1. modder, klei

Werkwoord

ban

  1. believen, plezier doen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.