anglomaan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  anglomaan    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • an·glo·maan
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen anglomaananglomaneranglomaanst
verbogen anglomaneanglomanereanglomaanste
partitief anglomaansanglomaners-

Bijvoeglijk naamwoord

anglomaan [1]

  1. op een ziekelijke manier ingenomen zijn met de Engelsen en al wat Engels is
enkelvoud meervoud
naamwoord anglomaan anglomanen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deanglomaanm

  1. iemand die op een ziekelijke manier ingenomen is met de Engelsen en al wat Engels is
     In zijn boek Voltaire's Coconuts beschrijft Ian Buruma de anglofiel en zijn Engeland en de Engelsen nog ziekelijker toegewijde broer, de anglomaan.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'anglomaan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
63 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Een heel, heel vreemd land” (28 december 1999), de Volkskrant
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.