angstig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  angstig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ang·stig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen angstigangstigerangstigst
verbogen angstigeangstigereangstigste
partitief angstigsangstigers-

Bijvoeglijk naamwoord

angstig

  1. vol van bange gevoelens
    • We hebben zo iets angstigs beleefd! We werden bijna door een grote vrachtauto van de weg gedrukt. 
     Ondertussen was ik stukje bij beetje uit mijn angstige gemoedstoestand van de afgelopen weken gekomen en voelde ik me steeds beter op de trail.[2]
     Hij stak beide, gesloten handen omhoog en keek gemaakt angstig.[3]
Afgeleide begrippen
  • angstigheid, angstiglijk
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord angstig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. angstig op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  3. All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.