antjdeil

Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /ˈaɲɟdɛɪl/ (Etsbergs)
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van antj- en deil.

Zelfstandig naamwoord

antjdeil o

  1. (Hooglimburgs) antideeltje
Verbuiging
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.