apenappel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  apenappel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈapə(n)ˌɑpəl/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • apen·ap·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord apenappel apenappels
verkleinwoord apenappeltje apenappeltjes

Zelfstandig naamwoord

deapenappelm

Schrijfwijzen
  • ape-appel (officiële spelling tussen 1996 en 2006)
Opmerkingen
  • Het begrip lijkt in verschillende talen te worden gebruikt bij bomen waarvan de vruchten niet geschikt zijn voor menselijke consumptie. Bovenstaande betekenissen zijn vermoedelijk niet uitputtend.

Gangbaarheid

  • Het woord 'apenappel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. apenappel op website: Etymologiebank.nl
  2. Weblink bron
    Westeroüen van Meeteren
    “Surinaamsche planten en cultuurgewassen, boomen en houtsoorten” (1883), J.H. de Bussy, p. 17 op Delpher
  3. Weblink bron
    Willem Louis Sturler
    “Proeve eener beschrijving van het gebied van Palembang, (zuid-oostelijk gedeelte van Sumatra)” (1848), J. Oomkens, Groningen, p. 144 op Delpher
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.