apo

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  apo    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • apo
Woordherkomst en -opbouw
  • algemeen periodiek onderhoud [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord apo apo's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deapov

  1. algemeen periodiek onderhoud
  2. arbeidsplaatsenovereenkomst

Gangbaarheid

  • Het woord apo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Oudsaksisch

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Protogermaanse *apô

Zelfstandig naamwoord

apo m

  1. (primaten) aap; het meest met de mens verwante vierhandige zoogdier uit de orde der primaten
Overerving en ontlening

Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

apo m

  1. (verouderd)(spreektaal) vader
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  • apík m
  • apko m
Verwante begrippen
  • apenko m
  • apinko m
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.