apparatenbouw
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: apparatenbouw (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ap·pa·ra·ten·bouw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van apparaat zn en bouw zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | apparatenbouw | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de apparatenbouw m [1]
- (techniek) (industrie) het produceren van toestellen
- ▸ "Dat zijn naast Star Wash het bouwbedrijf Olde Rikkert, Autoschade Albert Kip, Jaro Beton, Huitink machine- en apparatenbouw, Nijhuis & Wigger, Linders ijzer en metaal en HWH Europe."[2]
- ▸ Het boegbeeld was eerder voorzitter van de Raad van Bestuur van Stork, vervulde een paar jaar positie als deeltijd-hoogleraar Apparatenbouw Procesindustrie (API) aan de TU Delft. In het verleden was hij als commissaris betrokken bij TenCate en Urenco.[3]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord apparatenbouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “'Snel naar Star Wash om defibrillator op te halen'” (09-07-2008), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Aad Veenman is boegbeeld van topteam voor technologiebasis Twente” (11-02-2015), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.