apporteur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  apporteur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ap·por·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord apporteur apporteurs
verkleinwoord apporteurtje apporteurtjes

Zelfstandig naamwoord

apporteur [1]

  1. dier dat apporteert (terugbrengt)

Gangbaarheid

  • Het woord 'apporteur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.