appraise
Engels
Uitspraak
- Geluid:
Woordherkomst en -opbouw
- Van Middelengels appreisen, Oudfrans aprisier (Latijn appretiare).[1]
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to appraise |
he/she/it | appraises |
verleden tijd | appraised |
voltooid deelwoord |
appraised |
onvoltooid deelwoord |
appraising |
gebiedende wijs | appraise |
Werkwoord
appraise
- overgankelijk de waarde schatten van, schatten, taxeren
- overgankelijk, (financieel) begroten
Afgeleide begrippen
- appraisal, appraiser
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.