aprilvis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aprilvis (hulp, bestand)
- IPA: / aˈprɪlvɪs / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- april·vis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van april zn en vis zn [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aprilvis | aprilvissen |
verkleinwoord | aprilvisje | aprilvisjes |
Zelfstandig naamwoord
de aprilvis m
- een grap die op 1 april wordt gemaakt
- De 1 aprilgrap is een wereldwijd fenomeen. Fransen kennen 'Poisson d'avril', Vlamingen 'een 1 aprilvis', Engelsen en Amerikanen 'April Fool's Day'. [3]
- De aprilvis is met uitsterven bedreigd. Jarenlang was het traditie: 1 april in het tv-journaal of in de krant. Maar anno 2018 doen de media niet meer mee. Hoe moet het nu verder met de aprilvis? Kamagurka voorspelt het. [4]
Synoniemen
- aprilgrap, aprilgrol, 1 aprilgrap
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord aprilvis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aprilvis" herkend door:
31 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ aprilvis op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Het Parool 31 maart 2011 Trending veel fantasie bij 1 aprilgrappen wereldwijd
- ↑ De Standaard 3 april 2018 om KamagurkaWaarom het einde van de aprilvis nog niet nabij is
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.