arbeidsbelasting
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: arbeidsbelasting (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ar·beids·be·las·ting
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van arbeid zn en belasting zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidsbelasting | arbeidsbelastingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de arbeidsbelasting v
- de hoeveelheid belasting die men over het loon moet betalen
- ▸ Dat komt volgens Starink omdat bijvoorbeeld de lagere arbeidsbelasting voor iedereen geldt en niet alleen voor hen die meer gaan werken. Het werk wat je al deed, loont wel iets meer maar je wordt niet extra beloond als je meer gaat werken, is het idee.[1]
- de zwaarte van het te verrichten werk
- ▸ Veel mensen weten het niet, maar werkgevers zijn vanuit de Arbowet verplicht om hun personeel te beschermen tegen zaken als seksuele intimidatie, agressie en geweld, zegt Koetsenruijter. "Ook van derden, zoals klanten, burgers en reizigers. Dat valt allemaal onder psychosociale arbeidsbelasting. Organisaties horen een plan te hebben om die belasting te beperken."[2]
Synoniemen
- [1] loonbelasting
- [2] werkbelasting
Gangbaarheid
- Het woord arbeidsbelasting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Carli Kooijman“Gaat extra werken meer opleveren na Prinsjesdag?” (Zondag 25 september 2022, 09:56), NOS
- ↑ Weblink bron “Kortere lontjes door corona: 'Ik werd bijna gewurgd'” (Maandag 19 oktober 2020, 18:30), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.