arbeidsdienst

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  arbeidsdienst    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ar·beids·dienst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidsdienst arbeidsdiensten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dearbeidsdienstm

  1. verplichte, dwangmatige tewerkstelling door de staat
     De voorste wagons waren voor militairen, in de middelste reisden vrije passagiers, en in de achterste waren de voor arbeidsdienst tewerkgestelden ondergebracht.[3]
     Hans was in februari 1941 in Duitsland gaan werken. De stemming was nog goed, Duitsland won op alle fronten. In maart schreef Mary: "Fijn dat je het zo goed hebt bij de Arbeidsdienst", en: "Zaterdag was Oom Anton hier. We hebben grootse plannen. Daar zal ik je nog wel over schrijven." Ze sluit af met: "In gedachten dek ik je lekker toe zoals vroeger. Slaap lekker hoor. Een zoen van je zuster."[4]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord arbeidsdienst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.