arbeidsschuwheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: arbeidsschuwheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ar·beids·schuw·heid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van arbeid zn en schuwheid zn met het invoegsel -s-
- afgeleid van arbeidsschuw met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidsschuwheid | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de arbeidsschuwheid v [1]
- het niet willen werken omdat men zo rijk is dat men het geld niet nodig heeft; het niet willen werken omdat de sociale uitkeringen hoog genoeg zijn
Gangbaarheid
- Het woord 'arbeidsschuwheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.