arbeidsvraagstuk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: arbeidsvraagstuk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ar·beids·vraag·stuk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van arbeid zn en vraagstuk zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidsvraagstuk | arbeidsvraagstukken |
verkleinwoord | arbeidsvraagstukje | arbeidsvraagstukjes |
Zelfstandig naamwoord
het arbeidsvraagstuk o [1]
- de opgave om het arbeidsaanbod in overeenstemming te brengen met de vraag naar arbeid
- ▸ Nederlanders zijn tussen 1980 en 2011 steeds drukker geworden met betaalde en onbetaalde arbeid, zo blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau en de Universiteit Utrecht dat het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken donderdag publiceert.[2]
Synoniemen
- arbeidsmarktvraagstuk
Gangbaarheid
- Het woord arbeidsvraagstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Sinds 1980 zijn we steeds drukker met werken en zorgen” (07-01-2016), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.