arbeidsvreugde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  arbeidsvreugde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ar·beids·vreug·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidsvreugde arbeidsvreugdes
arbeidsvreugden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dearbeidsvreugdev

  1. het plezier dat men aan zijn werk beleeft
     Hij had dezelfde intense arbeidsvreugde als zijn vader, dacht ik.[2]
     Aan de andere kant neemt de motivatie en arbeidsvreugde af bij werknemers die steeds later met pensioen gaan. Deze groep heeft meer last van depressieve klachten vergeleken met werknemers die eerder met pensioen gingen, toen de VUT-regeling nog bestond.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord arbeidsvreugde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten en Jasper Popma)
    “Zweedse laarzen” (2015), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535723
  3. Weblink bron
    Yvonne Roerdink
    “Doorwerken tot 67? Nou nee!” (22-09-2015), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.