arme
Niet te verwarren met: Arme |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: arme (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑrmə / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- ar·me
Bijvoeglijk naamwoord
arme
- verbogen vorm van de stellende trap van arm
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arme | armen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de arme v / m
- iemand die weinig bezit
- Er waren erg veel armen in die streek.
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
Gangbaarheid
- Het woord arme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "arme" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Bijvoeglijk naamwoord
arme
- attributieve vorm van arm
Deens
Woordafbreking
- ar·me
Bijvoeglijk naamwoord
arme, g / o
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van arm
arme, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van arm
Zelfstandig naamwoord
arme, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van arm
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
arme v
Afgeleide begrippen
|
|
|
Werkwoord
vervoeging van |
---|
armer |
arme
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron arme in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ɑɾmə /
Woordafbreking
- ar·me
Naar frequentie | 7683 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
arme
- bepaald stellende trap van arm
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ɑɾmə /
Woordafbreking
- ar·me
Bijvoeglijk naamwoord
arme
- bepaald stellende trap van arm
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈarmə /
Woordafbreking
- ar·me
Bijvoeglijk naamwoord
arme
arme
arme
- meervoud stellende trap van arm
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
armar |
arme
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van armar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van armar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van armar
vervoeging van |
---|
armarse |
arme
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.