armspier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  armspier    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • arm·spier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord armspier armspieren
verkleinwoord armspiertje armspiertjes

Zelfstandig naamwoord

dearmspierv/m

  1. (anatomie)

Gangbaarheid

  • Het woord armspier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.