armvoogd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  armvoogd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • arm·voogd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord armvoogd armvoogden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dearmvoogdm

  1. iemand die lid is van het burgerlijk armenbestuur
Synoniemen
  • armenvoogd

Gangbaarheid

  • Het woord 'armvoogd' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
28 %van de Nederlanders;
31 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.