arrangeur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  arrangeur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ar·ran·geur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord arrangeur arrangeurs
verkleinwoord arrangeurtje arrangeurtjes

Zelfstandig naamwoord

dearrangeurm

  1. (muziek) (beroep) iemand die een compositie geschikt maakt voor andere instrumenten, of een andere muzikale stijl.
    • De arrangeur heeft de filmmuziek voor onze ensemble geschikt gemaakt. 
Synoniemen
Hyponiemen
  • meesterarrangeur
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord arrangeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.