artiest

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  artiest    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑrˈtist/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ar·tiest
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kunstenaar’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1553 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord artiest artiesten
verkleinwoord artiestje artiestjes

Zelfstandig naamwoord

deartiestm

  1. (beroep) iemand die zijn creatieve talenten gebruikt om kunst te maken, uitvoerend kunstenaar
    • Het jonge meisje voelde zich al een hele artiest toen ze op de vrijmarkt speelde op haar viool. 
Synoniemen
Hyponiemen
  • chantantartiest
  • dancehallartiest
  • filmartiest
  • platenartiest
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord artiest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.