vrijmarkt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vrijmarkt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vrij·markt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vrijmarkt vrijmarkten
verkleinwoord vrijmarktje vrijmarktjes

Zelfstandig naamwoord

devrijmarktv/m

  1. een markt waarop iedereen zonder te betalen of te reserveren zijn handelswaar mag verkopen
    • Op Koningsdag zijn er grote vrijmarkten in veel steden en dorpen. 

Gangbaarheid

  • Het woord vrijmarkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.