assertie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: assertie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- as·ser·tie
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse assertion of daarvoor van het Latijnse 'assertio'
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | assertie | asserties |
| verkleinwoord | assertietje | assertietjes |
Zelfstandig naamwoord
de assertie v
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord assertie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "assertie" herkend door:
| 71 % | van de Nederlanders; |
| 68 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.