audiëntiezaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  audiëntiezaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • au·di·en·tie·zaal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord audiëntiezaal audiëntiezalen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deaudiëntiezaalv/m [1] [2]

  1. zaal waarin audiënties worden gehouden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord audiëntiezaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.