aurora

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aurora    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑuˈrora/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • au·ro·ra
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aurora aurora's
verkleinwoord auroraatje auroraatjes

Zelfstandig naamwoord

deaurorav

  1. dageraad
  2. (astronomie) poollicht

Gangbaarheid

  • Het woord aurora staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • au·ro·ra
enkelvoud meervoud
aurora auroras

Zelfstandig naamwoord

aurora v

  1. dageraad
Synoniemen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.