auscultant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  auscultant    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aus·cul·tant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord auscultant auscultanten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deauscultantm

  1. (verouderd) toehoorder, auscultator

Gangbaarheid

  • Het woord 'auscultant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.