automobielclub

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  automobielclub    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • au·to·mo·biel·club
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord automobielclub automobielclubs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deautomobielclubv/m

  1. (verkeer) vereniging van autoeigenaren; vereniging van autoliefhebbers
     De Duitse automobielclub ADAC waarschuwt automobilisten tegen het dragen van dikke winterjassen onder de autogordel. Vooral kinderen kunnen daar bij een noodstop zware en zelfs dodelijke verwondingen door oplopen.[2]
     De Duitse automobielclub ACE wil weten hoe VW de uitstoot test. Bovendien is ACE benieuwd hoe andere merken daarmee omgaan. "Het is zeer waarschijnlijk dat ook andere fabrikanten bij het testen software gebruiken, waarvan de resultaten niets te maken hebben met de feitelijke uitstoot", zegt een woordvoerder van ACE.[3]
    Hyponiemen

    Gangbaarheid

    • Het woord automobielclub staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

    Verwijzingen

    1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
    2. Weblink bron “'Draag geen dikke winterjas onder de autogordel', waarschuwt ADAC” (Zaterdag 12 december 2020, 09:32), NOS
    3. Weblink bron “'Sjoemelsoftware': de ontmaskering van de auto-industrie?” (Dinsdag 22 september 2015, 14:24), NOS
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.