autorijbewijs

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  autorijbewijs    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • au·to·rij·be·wijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autorijbewijs autorijbewijzen
verkleinwoord autorijbewijsje autorijbewijsjes

Zelfstandig naamwoord

autorijbewijs

  1. (verkeer) een certificaat dat als bewijs dient voor iemands bevoegdheid om een autovoertuig te besturen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord autorijbewijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.